Hoe zit het met de aftrekposten voor de eigen woning? Wat zijn de plannen van het kabinet? Krijgen we minder belasting terug in 2020 en volgende jaren?
Al jaren wordt er gemorreld aan de hypotheekrenteaftrek. Belastingaftrek over de hypotheek mag alleen als u zelf in de woning woont, de woning tot hoofdverblijf hebt, en mag alleen als u aflost op de schuld. En, de hypotheekrenteaftrek kent een maximale termijn van dertig jaar. Toch is het blijkbaar nodig om het mes scherper in de aftrek te zetten: vier belangrijke veranderingen die komend jaar al gaan plaatsvinden.
De hypotheekrenteaftrek wordt verder beperkt
Oorspronkelijk was het zo dat hypotheekrente mocht worden afgetrokken tegen het geldende tarief in box 1 van de inkomstenbelasting. Viel u in de hoogste schijf, dan betekende dit aanvankelijk een aftrek tegen 52%. Veel mensen rekenden met een eenvoudige rekensom: als ik € 1.000 hypotheekrente betaal, krijg ik de helft terug. Dat klopte toen al niet helemaal (omdat er ook nog zo iets is als het eigenwoningforfait), maar kwam wel dicht in de buurt. Voor de hoogste schijf inkomstenbelasting bestaat inmiddels een fiscale correctie als het gaat om de aftrek van hypotheekrente: aftrek tegen het hoogste tarief is niet meer mogelijk, u moet hierop een korting toepassen. Die korting zou in stapjes van een half procent, in heel wat jaren, afgeroomd worden naar een fors lager tarief, ruim in de dertig procent (in plaats van 50). Dat gaat nu opeens veel sneller, in stapjes – zeg maar gerust in stappen – van 3%. In 2020 moet u in totaal 3% corrigeren op het hoogste tarief. En dat gaat de komende jaren gewoon door. Een lagere aftrek betekent minder belastingvoordeel.
Het eigenwoningforfait
Goed nieuws is dat het eigenwoningforfait waarschijnlijk daalt. Momenteel bedraagt het eigenwoningforfait 0,65% over de WOZ-waarde van een woning die tussen de 75.000 en 1.080.000 ligt. Dus voor de meeste huizen geldt dit. Die 0,65% wordt 0,6%, dus iets lager. Een lagere fiscale bijtelling van de woning betekent een hoger belastingvoordeel.
De WOZ-waarde
Minder goed nieuws is dat de WOZ-waarde waarschijnlijk met 8% tot 10% stijgt. Dat zou de Waarderingskamer aan advies gaan geven aan gemeenten. Dat is de instantie die de landelijke en plaatselijke overheid van advies voorziet over de WOZ. Als dat gebeurt, betekent dit een verslechtering. Een hogere waarde van de woning leidt tot een hoger eigenwoningforfait en dat leidt vervolgens tot een hogere belastingafdracht.
Geen hypotheek of kleine hypotheek?
Vanaf 2005 kenden we de Wet Hillen. Deze wet houdt in dat als uw eigenwoningforfait hoger is dan de renteaftrek, dat u toch geen belasting betaalt over de woning. Stel, het eigenwoningforfait is € 1.000 en u betaalt € 500 aan hypotheekrente, dan zou u dus over het verschil 500 (1000 minus 500) belasting moeten betalen. De Wet Hillen zorgde ervoor dat dit niet hoefde. Tot dit jaar. In 2019 geldt voor het eerst een versobering. In dertig jaar moet de regeling worden afgebouwd. Iemand die in 2020 € 1000 forfait heeft en € 500 hypotheekrente, moet zo’n 6% van het verschil, dus 6% van 500 in dit voorbeeld, WEL als inkomen van de eigen woning rekenen. Het is nu nog peanuts, 6% van 500 is 30 euro, maar dit sluipt er wel in. En, zoals we met de beperking van de hypotheekrenteaftrek hebben gezien, ook al zijn de plannen om dit over heel wat jaren uit te smeren, dit kan maar zo weer veranderen.
Wat betekent dit?
- Hypotheekrenteaftrek verder beperkt: in uw nadeel
- Eigenwoningforfait gaat omlaag: in uw voordeel
- WOZ-waarde gaat waarschijnlijk omhoog: in uw nadeel
- Wet Hillen wordt geleidelijk afgeschaft: in uw nadeel
De effecten van een verlaging van het eigenwoningforfait en een hogere WOZ-waarde kunnen we misschien tegen elkaar wegstrepen. En dan blijft alleen nadeel over. Een doordacht financieel plan omtrent uw woning en uw hypotheek is dan ook van levensbelang om het belastingvoordeel waar u recht op hebt goed uit te rekenen.
Het bericht Uw eigen woning, wat gaat er veranderen? verscheen eerst op Habithuis.